Lavendel is een populaire plant. Begrijpelijk, want de heerlijke geur van het blad en de bloemen en de prachtige paarse bloei, maken van elke tuin een stukje Frankrijk.
Soorten lavendel
De gewone of Engelse lavendel (Lavandula angustifolia) is eigenlijk geen kruid, maar een kleine struik. De plant wordt al eeuwen gekweekt door apothekers en in kloostertuinen vanwege de geneeskrachtige werking. Er zijn veel variëteiten van de Engelse lavendel. Onze favorieten:
Lavendula angustifolia ‘Hidcote’ is een paarse bloeier en een sterke plant. Er is ook een variëteit met bloemen, die wit bloeien en langzaam naar roze kleuren. Dit is Lavendula angustifolia ‘Hidcote Pink’. Deze plant wordt 60cm hoog en heeft grijsgroen blad.
Lavendula angustifolia “Munstead’ is echt lavendelblauw. Er zijn ook witte, violette en roze cultivars. Deze variëteit bloeit mooi, maar geurt niet zo intens.
Een mooie witte bloeier is de Lavendula angustifolia ‘Arctic snow’. De plant blijft relatief laag en is één van de weinige echte witte lavendelsoorten.
Lavendula angustifolia ‘Pacific Blue’ is een hogere soort waarvan de bloemen heel geschikt zijn om olie mee te maken. Ze ruiken zoals lavendel hoort te geuren.
De lavendel die in Zuid-Frankrijk groeit, is de kuiflavendel Lavendula stoechas. Deze plant is gevoelig voor vorst, maar kan wel goed tegen droogte. In de volle grond hoeft hij zelfs geen water te krijgen! Deze plant gedijt op een zure grond en bekalken is dan ook niet nodig.
De ideale groeiplaats
Lavendel voelt zich thuis in de volle zon. De grond mag niet te zwaar zijn. Zandige, goed doorlatende grond is goed. Veel planten houden van compost en humus, maar daar is de lavendel geen fan van. Lavendel kan je daarom beter niet bemesten of van compost voorzien. Wil je het onkruid onderdrukken, strooi dan grind of stenen rond de plant.
Als mediterrane plant heeft volgroeide lavendel nauwelijks water nodig, ook niet in de zomer. Een vochtige, schaduwrijke plaats is niet geschikt. Dan rot de plant weg. Wil je echt winterharde soorten? Kies dan voor Lavendula angustifolia of Lavendula x intermedia. Deze planten zijn aangepast aan ons klimaat.
Op heel erg warme plekken, zoals een balkon, kan de lavendel het toch nog moeilijk krijgen, zeker in een pot. Zet de pot dan op een plek waar er in de namiddag schaduw is, dan houdt de plant het lang vol om je mooie paarse bloemen te geven.
Bij heel strenge vorst, kan je de planten beschermen met een doek of een dikke laag droge mulch. Zoals droog blad van een boom. Deze verwijder je weer in het voorjaar of bij het milder worden van de winter.
Lavendel aanplanten in je tuin
Zet de planten in je tuin als de grond al wat warmer is. Mei is een mooie maand om dat te doen. Laat een afstand van 30 cm tot een meter tussen de planten. Als de planten rommelig zijn, snoei je ze terug tot 20cm boven de grond in het vroege voorjaar. Zo hou je de grootte van de plant in toom en stimuleer je de groei van nieuwe takken. Vermijd natte plekken, want de jonge lavendelplant zal dan snel wegrotten.
Lavendel is mooi in de kruidentuin, maar ook individueel aangeplant. In een border is het een goede opvulling van de middenlaag; de plant is niet te hoog, stevig en biedt veel structuur en kleur.
Van lavendel kan je ook lage hagen maken. Lavendula angustifolia ‘Dwarf Blue’ is hier erg geschikt voor, deze groeit wat hoger en losser en heeft relatief minder bloeiaren. Plant de individuele planten op 30 cm afstand. Snoei de hagen meteen na de aanplant en vervolgens met regelmaat voor een strak resultaat. De haagjes blijven 30 tot 50cm hoog en zijn erg mooi om de kruidentuin.
Katten houden niet van de geur van lavendel, goed om te weten als je deze dieren uit je tuin wilt weren. In de vlindertuin of bijentuin is lavendel juist een aanwinst, omdat de bloemen populair zijn voor de nectar. Het trekt veel insecten aan als de bloemen bloeien.
Lavendel in een pot
Vooral als je een zware en natte grondsoort in je tuin hebt, is lavendel als potplant een goed idee. Ook als de plant is uitgebloeid, blijft hij decoratief met de grijsgroene blaadjes en de uitgebloeide bloeiaren.
Zet lavendel in een ruime pot met een doorsnede van 30 tot 40cm. Vul de pot met een mengsel van zand en potgrond. Leg onderin de pot scherven of stenen, zodat de grond goed afwatert.
Lavendel in een pot is decoratief als je meerdere potten bij elkaar zet. Er zijn soorten uit Spanje, Frankrijk, Portugal en de Canarische eilanden.
In de zomer moeten de potten 1 tot 2 keer per week water krijgen. In de winter zet je de potten in een kas of schuur. Lavendel is gevoelig voor vorst, zeker lavendel in een pot. Je kan winterharde soorten ook tegen de gevel en uit de wind zetten, maar als het echt hard vriest, moeten ook deze potten naar binnen.
Lavendel bemesten?
De lavendelplant heeft weinig voeding nodig, en bemesten is dan ook niet nodig. Ook na enkele jaren is er geen bemesting nodig. Heeft je plant het nodig om mooi uit te groeien? Ook dan heeft bemesten geen zin, maar met snoeien kan je wel voor de groei van nieuwe jonge takken zorgen.
Het vermeerderen van lavendel
Het is lastig om lavendel te vermeerderen met zaad. De beste manier is met het maken van stekjes. Wil je meer weten over het stekken van deze planten? Lees dan hier verder:
https://www.tijdvoorjetuin.nl/handig-stappenplan-bij-het-stekken-van-lavendel/
Heb je geen geduld om planten te vermeerderen? Lavendel is het hele seizoen ook te koop in het tuincentrum. Er zijn kwekerijen die zelf veel verschillende soorten kweken en planten via de webshop verkopen.
De snoei van lavendel
Om een compacte lavendelstruik te houden, is het nodig om de lavendel te snoeien. Doe je dit niet, dan krijg je niet alleen een wilde struik. Ook worden de onderste, oude delen van de struik houtig en lelijk, omdat er geen bladeren meer aan groeien. Hier lees je alles over het snoeien van lavendel:
Als je een oude struik van Lavendula angustifolia hebt die erg houtig is, kan je hem het beste tot net boven de grond afsnoeien. Meestal loopt hij dan toch weer uit op het oudere hout. Lavendula x intermedia is gevoeliger voor snoei.
De kuiflavendel snoei je pas na de bloei, in de vroege zomer. Soms bloeit de plant daarna in het najaar voor een tweede keer.
Ziekten en plagen van lavendel
Lavendel is bekend om zijn antibacteriële eigenschappen. Het is dan ook een sterke plant. Toch kan ook lavendel ziekten krijgen.
Vooral als de plant te nat staat, is hij gevoelig voor schimmels en rot. Snoei rotte takken weg en gooi deze niet op de composthoop, maar in de prullenbak. Zo voorkom je besmetting van andere planten, want soms is de ziekte door een besmettelijke waterschimmel veroorzaakt.
Zorg ervoor, dat aangetaste planten niet nog meer planten in je tuin besmetten. Verplaats een zieke plant naar een drogere, warmere plek.
Bladluizen zitten ook nog wel eens op lavendel. Spuit ze weg met harde waterstralen. Bladluizen kunnen zelf niet veel kwaad, maar ze kunnen een virus verspreiden dat de lavendelplant aantast. Daarom is het zaak ze direct aan te pakken als je ze ziet. Ook spuugbeestjes zitten als wit schuim tussen de blaadjes. Dit beestje kan niet veel schade aanrichten, maar je kan ze ook makkelijk verwijderen.
Wees terughoudend met het toepassen van brandnetelgier op lavendel. Deze goede biologische bestrijder bevat namelijk ook veel nitraat en daar kan de lavendelplant te hard van gaan groeien. Hij wordt dan slap en te grof van vorm.
Het oogsten van lavendel
Lavendel wordt gebruikt in olie, in geurzakjes, in thee en kruidenmengsels en in potpourri. Als de bloemaren net bloeien, snoei je de takjes en hang je ze ondersteboven te drogen op een droge, donkere en goed geventileerde plek. Lavendel is rustgevend en stemt vrolijk, daarom wordt het ook verwerkt in zeep, olie en cosmetica. Het is antibacterieel en gezond.
In de kruidentuin kan je de bloemen plukken en toepassen in de salade. De blaadjes kan je gebruiken in een bouquet garni en in stoofschotels. Door het sterke aroma, pas je het bij voorkeur met mate toe in je gerechten.