Wildplukken is eten uit de natuur. Dat is eens wat anders en lekker avontuurlijk. Want niet alleen bramen en hazelnoten kan je eten. Ook paardenbloem, kornoelje en diverse paddenstoelen zijn eetbaar. Er zijn wel een aantal zaken waar je op moet letten.
Wildplukken wordt in steeds meer steden en gebieden gestimuleerd. Bijvoorbeeld met de aanleg van een voedselbos, een ‘tiny forest’ of een eetbaar park. Ga eens mee op excursie of volg een workshop bij jou in de buurt.
Waar mag je wildplukken? In veel parken van steden mag het gewoon. In ander openbaar gebied hangt het af van de eigenaar. Staatsbosbeheer geeft toestemming voor wildplukken voor eigen gebruik. Maar niet elke eigenaar tolereert wildplukken. Informeer jezelf voordat je op pad gaat om wild te plukken, anders is je actie onbedoeld een daad van illegale stroperij.
Tips voor wildplukken
Ga samen op pad, neem kinderen mee. Zo leer je samen de oorsprong van eten. Proef de pure producten. Door het eten samen te bereiden in de buitenkeuken, is het wildplukken een ervaring die je niet snel vergeet en veel voldoening geeft. Vervolg het wildplukken met een barbecue, kook in de buitenkeuken of maak een vuurcirkel als je de mogelijkheid hebt.Â
Een wildplukkaart geeft met duidelijke tekeningen aan wat er eetbaar is, in welke periode en waar het te vinden is. Voor wildplukken is een boek ook handig. Er zijn interessante boeken.
Niet alleen vruchten en noten zijn eetbaar. Bloemen, bladeren en stelen van planten zijn ook lekker. In de duinen groeit raketsla, dat kan je zo eten. In andere gebieden is Herderstasje (Capsella bursa-pastoris) een lekkere pittige plant, waarvan je de blaadjes kunt eten. Andere oogst vraagt erom, eerst verwerkt te worden. Zo zijn duindoornbessen, de rode bessen van gele kornoelje en vlierbessen rauw niet lekker. In jam of siroop zijn ze wel lekker en gezond.
Neem per persoon een stoffen tasje mee en eventueel plastic bakjes met deksel. Pluk hoeveelheden voor eigen gebruik. Bij rozenbottels is een diepvriesbakje genoeg voor eigen gebruik en de vogels zijn je dankbaar. Want in de winter zijn de resterende rozenbottels onmisbaar voedsel voor dieren in de natuur.
Bloemen en bladeren zijn leuk om te drogen tot thee. Zoals de bloemblaadjes van goudsbloem en kaasjeskruid, de bloemknoppen van kamille, de bloemen van de lindeboom. Kruiden als verbena en brandnetel zijn geschikt om thee van te maken.
Hazelnoten kan je onrijp al plukken en eten, ze zijn dan romiger en zachter. Lekker als basis voor een roomsaus of pesto, waarbij je groene kruiden zoals zevenblad en raketsla gebruikt.
Vanaf augustus begint het paddenstoelenseizoen. Weet jij hoe de cantharel er uitziet? Is die ene boleet nu eekhoorntjesbrood of toch wat anders? De meeste van ons zijn niet opgegroeid om paddenstoelen te herkennen, te oogsten en te bereiden. Het beste ga je dan ook op pad met een kenner.
Ga plukken als je voldoende tijd hebt, om je oogst daarna te verwerken. Het is zonde om bloemen te oogsten en die te laten verleppen. Bedenk je vooraf dan ook, wat je met je oogst gaat maken direct bij thuiskomst of hoe je het gaat verwerken.
De dont’s bij wildplukken
Pluk niet langs drukke wegen en laag bij de grond, waar honden en wilde dieren urineren op de planten. Ook hooggeplukte oogst was je goed.
Pluk niet als je twijfelt. Twijfel je of de plant, bes, noot, bloem of blad dat je hebt geoogst eetbaar is? Laat hem dan in de natuur staan. Van giftige planten kan je ziek worden. Je gevoel is je gids als je gaat wildplukken.
Plunder niet een gebied leeg met alles wat eetbaar is. Pluk wat je nodig hebt en trek geen hele planten uit de grond. Respecteer de natuur en verstoor deze niet. Bedenk je, dat ook andere mensen en dieren willen genieten van de natuur.
Oogst niet van landbouwgrond, de appels, hop, frambozen en andere oogst is bedoeld als inkomen voor de boer en niet om met iedereen te delen.
