De wilg is een boom of struik die van nature in ons land voorkomt. Het is een flexibele plant waar je veel kanten mee op kan. Ze groeien snel, bieden veel schaduw zonder je tuin donker te maken en ze zijn er in veel soorten en maten. Deze alleskunner verdient dan ook een plekje in je tuin.
Een boom vol natuur
Een wilg is alleen al een aanwinst in je tuin omdat er zo veel beestjes op leven. Wilgen bloeien al in maart, als er nog nauwelijks bloemen zijn. Hommels en honingbijen zijn dan ook erg dankbaar als je een wilg in je tuin hebt. Vooral in wat oudere wilgen zijn de holtes aantrekkelijk voor kevers en vogels.
In de tuin heeft de wilg een natuurlijk effect met de open en losse groei, langwerpige blaadjes en de mooie bladkleur. In de winter geven de karakteristieke takken de tuin een mooie structuur. Ook langs water staat een wilg graag. De grauwe wilg komt van nature langs rivieren voor.

Knotwilg of schietwilg?
Er zijn twee soorten wilgen: wilgen op stam (knotwilgen) en struikwilgen. Knotwilgen zijn bekend van het Hollandse landschap maar doen het ook goed in je tuin. De klassieke ‘echte’ knotwilg is de Salix alba. Deze Witte wilg kan goed tegen dichte, natte grond. Knotwilgen worden soms geënt. Dat betekent dat de stam van een andere soort is dan de takken. Het voordeel hiervan is dat de boom niet al te hoog wordt. Handig voor de gemiddelde Nederlandse tuin.
Wilgen zijn heel makkelijk te vermeerderen: je zet een tak in de grond als het niet vriest en er groeit een nieuwe wilg uit. Struikwilgen of schietwilgen zet je op deze manier. Ze groeien met lange rechte takken uit de grond.
Soorten wilgen
De kronkelwilg of Salix matsudana ‘Tortuosa’ is favoriet vanwege de prachtig gekrulde takken die met pasen in de vaas horen. Ze zijn ook decoratief in bloemstukken te verwerken.
Als je van bont blad houdt, dan is de Japanse wilg Salix integra ‘Hakuro-nishiki’ een goede keuze. Deze bonte wilg wordt niet al te groot.
De treurwaterwilg Salix caprea ‘Kilmarnock’ is ook een aanrader. Deze wilg heeft mooie rode takken, krijgt in het voorjaar grote gele katjes en hij blijft klein en compact.

Aanplant en onderhoud
Alle wilgen zijn makkelijk te houden, maar vragen wel om een vochtige bodem. Plaats je hem in zandgrond, zorg dan voor veel compost en aarde om de kluit, zodat de plant niet te snel uitdroogt.
Een knotwilg vraagt regelmatig onderhoud. Bij een kleine knotwilg snoei je de helft van de takken jaarlijks tot aan de hoofdstam. Wanneer snoei je het beste? In de winter. De takken die je over hebt gehouden snoei je het jaar erna, dan snoei je juist niet de takken van het jaar ervoor.
De lengte van de takken kort je op het oog in, wat je zelf mooi vindt. Wilgen bloeien pas op hout dat een jaar oud is en met deze wisselende snoei ben je altijd voorzien van wilgenkatjes in je tuin. Wilgenkatjes doen het ook goed in de vaas in huis.
Bij grote knotwilgen snoei je eens per 3 tot 6 jaar. Er zijn echter ook sierwilgen die geen onderhoud vragen, alleen de dode takken snoei je dan. Bijvoorbeeld de Salix Boydii, een dwergwilg met opvallend grote bladeren. Deze kleine wilg blijft kleiner dan een meter en is dus ook geschikt voor een kleine tuin.
Schietwilgen vragen weinig onderhoud. Afhankelijk van de grootte die je wenst, snoei je de takken tot op de grond af. Ook schietwilg krijgt alleen op hout van het tweede jaar wilgenkatjes. Voor de tuin is Salix alba Chermesina geschikt, deze heeft mooie oranjegele takken die in de winter een echte eyecatcher zijn.