Beperkt jouw tuin zich tot een paar vierkante meter tegels? Of de bloemen aan de reling van je balkon? Als je in de stad of een appartement woont, moet je het al snel stellen zonder tuin. Toch wil je weleens naar buiten. Gewoon, om het zonnetje op je gezicht te voelen. Of om met je vingers in de aarde te wroeten. Gelukkig is een tuin binnen handbereik.
De volkstuin
Een tomatensoep van je eigen tomaten, een smoothie van je eigen fruit, een pasta met je eigen kruiden. Het zijn de smakelijke extra’s die een volkstuintje je oplevert. Want naast deze biologische, zelf geteelde gewassen uit jouw moestuin, kan je met een eigen volkstuintje naar hartenlust tuinieren in de frisse buitenlucht. Niet gek dat ze steeds populairder worden. Je komt ze overal in Nederland tegen, maar vooral in de buurt van grote steden. Rijd je over de snelweg, dan herken je ze al snel aan een lappendeken van chalets en struiken.
Wat is een volkstuin?
Volkstuintjes (of stadstuintjes) zijn meerdere tuintjes bij elkaar op één groot stuk grond. Soms zijn het er wel honderd bij elkaar! Zo’n tuintje kan je tegen een bepaald bedrag per jaar huren. Vervolgens is de tuin van jou, en mag je er doen wat je wilt – als je je tenminste aan de regels van de volkstuinvereniging houdt. Je kan in jouw tuin siergewassen planten, groenten telen en er soms zelfs een huisje plaatsen. Maar wat je ook doet – de tuin en het tuinieren moeten op de eerste plaats staan.
Prijs van een volkstuin?
De prijs verschilt nogal per locatie. Huur je een tuintje in het oosten van het land, dan leg je er zo’n vijftig euro per jaar voor neer. Maar huur je een volkstuin in het westen van het land, dan moet je al snel denken aan het tienvoudige van dit bedrag: zo’n vijfhonderd tot zevenhonderd euro per jaar.
Tuin met een huisje: wel de lusten, niet (echt) de lasten
Niet op elk volkstuintje mag je een huisje zetten. Maar soms heb je geluk en mag het wel, of kan je een tuintje huren waar al een huisje op staat (dat moet je dan kopen van de vorige eigenaar). In het huisje mag je zeven maanden van het jaar overnachten: van april tot oktober. Dit heeft een reden. Want naast dat je er niet echt mag ‘wonen’ (je moet in dezelfde gemeente ingeschreven staan), is het huisje nogal ‘basic’. Dus geen behoorlijke toilet en douche, geen elektriciteit en geen verwarming.
Natuurlijk heeft dit alles een voordeel. Want je kan op jouw eigen plekje buiten de stad onthaasten en hoeft geen hypotheek aan te vragen voor het huisje, of op zoek te gaan naar de goedkoopste energieleverancier of internetaanbieder. Je hebt dus wél de lusten, maar niet de lasten.
Werk aan de winkel!
Natuurlijk brengt de volkstuin wel verplichtingen met zich mee. Want hoewel het niet direct om je huis is, ben jij wel verantwoordelijk voor die tuin ‘op afstand’. En er wordt van de volkstuinvereniging verwacht dat je een actief lid bent. Dat betekent dat je regelmatig moet planten, zaai, onkruid wieden, spitten, snoeien en bladeren harken. En heb je een huisje, dan brengt ook dát werk met zich mee: schoonmaken, schilderen, de dakgoot reinigen… werk aan de winkel dus!